Gisteren maakte het ABP – na maanden voorsorteren – bekend dat de pensioenpremie voor het jaar 2017 zal stijgen tot 21,1% van het pensioengevend loon. De kritiek van het verantwoordingsorgaan van het fonds op het ontbreken van evenwichtigheid op onderdelen van het nieuwe beleid is hierin helaas niet meegenomen.
Het stijgen van de premie in algemene zin is het probleem niet. Al sinds haar ontstaan, geeft LvOP aan dat de pensioenpremies veel te laag zijn om de beloftes die worden gedaan in het huidige pensioenstelsel waar te maken. Ook ABP zelf ziet dat inmiddels in, en is daardoor genoodzaakt om binnen een relatief kort tijdsbestek de premie met bijna één derde te verhogen. Wat ons betreft een kenmerk van een failliet systeem; tegelijkertijd vermoeden we dat werkgevers en vakbonden – met de FNV voorop – nog twee kabinetsperiodes uittrekken om deze conclusie te trekken. Tot die tijd moeten we het in het verantwoordingsorgaan met het huidige stelsel doen en daarmee is premieverhoging onvermijdelijk. We hebben hier dan ook mee ingestemd.
Het feestje werd echter bedorven door de plannen van het ABP bestuur voor de VPL-premie. De VPL regeling zorgt ervoor dat vooral oudere werknemers, die geen recht meer hadden op vroegpensioen, extra pensioenrechten krijgen. Daar betalen werkenden voor, ook al krijgen zij die rechten zelf niet. Sommigen vieren dit jaar een 10 jarig VPL jubileum, waarbij in totaal bijna een half jaarsalaris is afgedragen. Het ABP bestuur heeft gisteren besloten om nu voor het eerst een herstelopslag te heffen op de VPL premie. Daardoor moet juist deze groep – die dus al jaren betaalt voor een regeling waar zij zelf nooit gebruik van kunnen maken – nog meer betalen. Hier is geen sprake van een evenwichtige afweging van belangen.
De meerderheid van het Verantwoordingsorgaan was dat in grote lijnen met ons eens en heeft een negatief advies uitgebracht over de invoering van een herstelopslag. Die legt de lasten immers eenzijdig neer bij jonge werkenden.
Het bestuur voelde er gisteren weinig voor om hun standpunt ten aanzien van de herstelopslag opnieuw te wegen. Dat er goede argumenten zijn ingebracht, deed daar niets aan af. Dat het effect van de herstelpremie minimaal is, ook niet. Het is teleurstellend dat het ABP bestuur – ondanks dit meerderheidsadvies van het VO – niet tot een herziening van het premiebeleid van VPL is gekomen. Het pensioen van ruim een miljoen deelnemers verdient een serieuzere afweging.
Update 2018: Op 22 november 2017 heeft LvOP het ABP bestuur gevraagd om meer inzicht en analyse op het ‘VPL dossier’. We wilden graag een completer beeld over de deugdelijkheid van financiering van de VPL-regeling en beoordeling van het element van evenwichtige belangenafweging dat naar onze mening bij de uitvoering van de regeling een belangrijke rol zou moeten spelen. Er zijn grote zorgen om de VUT-overgangsregeling bij ABP.