Categorieën Verslag VO

Grote zorgen om VUT-overgangsregeling bij ABP

In 2006 zijn de vroegpensioenregelingen afgeschaft. Als compensatie voor deze afschaffing zijn toen overgangsregelingen bedacht voor een selecte groep werknemers. Ook ABP kent een dergelijke overgangsregeling. De Lijst voor Onafhankelijk Pensioentoezicht (LvOP) maakt zich grote zorgen om de afhandeling van de VUT-overgangsregeling door ABP.

Onze zorgen ten aanzien van deze zogenoemde VPL-regeling zijn tweeledig. Allereerst informeert het bestuur de deelnemers, die in theorie in aanmerking kunnen komen voor de overgangsregeling, naar onze mening onvoldoende over de (voor hen) afgedragen premies (VPL) en voorwaardelijkheid van deze pensioenaanspraken. Daarnaast vragen we ons af of de financiering deugdelijk is en of het bestuur ook ten aanzien van deze aanspraken voldoende oog blijft houden voor de evenwichtige belangenafweging. Met name omdat een grote groep deelnemers nooit enige VPL-uitkering gaat ontvangen. Het risico bestaat dat werknemers in de overheid- en onderwijssectoren de komende jaren extra de klos zijn en uit hun loonruimte veel geld kwijt zijn aan de affinanciering van de VUT-overgangsregeling die nog doorloopt tot 2023.

ABP-pensioenregeling is heel complex

Het ABP pensioenreglement telt in 2018 bijna 160 pagina’s, inclusief bijlagen en heel veel overgangsregelingen. Eén daarvan betreft de VUT-overgangsregeling ‘inkoop voorwaardelijk pensioen’ (overgangsbepaling D bij artikel 7.5, ook wel VPL genoemd). Hoewel het ABP-bestuur werkt aan een bredere complexiteitsreductie, is zij daarbij in grote mate afhankelijk van sociale partners (vakbonden en werkgevers) die in de ABP-Pensioenkamer afspraken maken over de pensioenregeling. Dat gaat traag. Daarbij merken we dat ABP forse steken laat vallen in de uitvoering, vooral in de communicatie. We kunnen vele voorbeelden noemen. Bekend zijn de AOW-partnertoeslag en recente afschaffing van de Anw-compensatie. Minder bekend en besproken is de VPL-regeling.

Overgangsregeling vooral gunstig voor ouderen

Als onderdeel van de VUT-overgangsmaatregelen uit 2004/2005, is destijds een specifieke toezegging gedaan om het opgebouwde pensioen bij ABP met terugwerkende kracht te verhogen. De compensatie was voorwaardelijk: je moet in dienst blijven bij het onderwijs of de overheid tot 2023, of tot het moment van pensioneren indien dat voor 2023 ligt. Dat is vooral gunstig voor ouderen, want die hebben al meer opgebouwd pensioen. Daarnaast hebben jongeren een grotere kans op een (tussentijdse) overstap naar een andere werkgever (bron: ‘de Pensioenmythe’ (2011) en ‘Wanbeleid, Algemeen Burgerlijk’ (2015) waarin Martin Pikaart onder andere het VUT-debacle uitgebreider documenteerde).

Werkenden betalen nog steeds, ook al krijgen zij geen VPL rechten

Deze VUT-overgangsregeling (VPL) zorgt er dus voor dat vooral oudere werknemers, die geen recht meer hadden op vroegpensioen, alsnog extra pensioenrechten krijgen. Daar betalen werkenden nu nog steeds voor, ook al krijgen zij die rechten zelf niet. Ben je na 2005 in dienst gekomen bij het onderwijs of de overheid, dan heb jij of je werkgever wel VPL-premie betaald, maar zie je daarvoor zelf niets terug. Bij een modaal salaris van 37.500 euro verdwijnt nu jaarlijks ongeveer 1.000 euro in een bodemloze put. Het financiële nadeel van alleen deze premieafdracht loopt in totaal soms op tot meer dan een half jaarsalaris. Traditionele vakbonden en werkgevers hebben deze langdurige, riante en vooral generatieonvriendelijke overgangsregeling destijds geïntroduceerd. En de aanspraken moeten grotendeels nog worden ingekocht. Met een lage rente is dat niet alleen enorm kostbaar, maar vooral nadelig voor jonge werkenden en diegene die pak hem beet de afgelopen 15 jaar is begonnen bij de overheid of het onderwijs. Terwijl het afschaffen van de oneerlijke VPL-premie loonruimte zou opleveren voor alle werkenden. Daarbij merken we op dat wij in het Verantwoordingsorgaan niet gaan over de pensioenregeling, maar LVOP daar wel een mening over heeft (lees er meer over in dit blog).

1 op de 2 heeft nog kans op extra pensioen

ABP informeert deelnemers wat ons betreft onvoldoende over de (voor hen) afgedragen premies (VPL) en voorwaardelijke pensioenaanspraken. Uit navraag van LvOP bij ABP blijkt dat van het huidige bestand van circa 1 miljoen actieve medewerkers iets meer dan de helft nog uitzicht heeft op VPL-aanspraken (voorwaardelijk ouderdomspensioen). Dus ongeveer 1 op de 2 werknemers in de overheid- en onderwijssectoren heeft kans in deze VPL-loterij. Weet jij of je tot de gelukkigen behoort? Op je Uniform Pensioenoverzicht zou je die informatie moeten kunnen vinden (onder het blok ‘voorwaardelijk pensioen’). Lastig te vinden? Bel of mail de ABP infolijn.

LvOP wacht op meer informatie vanuit het ABP bestuur

Op 22 november 2017 heeft LvOP het ABP bestuur gevraagd om meer inzicht en analyse op het ‘VPL dossier’. We wilden graag een completer beeld over de deugdelijkheid van financiering van de VPL-regeling en beoordeling van het element van evenwichtige belangenafweging dat naar onze mening bij de uitvoering van de regeling een belangrijke rol zou moeten spelen. En juist die laatste toets liet het bestuur achterwege bij recente besluitvorming. LvOP vraagt onder andere om inzicht in de premiestromen (per leeftijdscohort), de verwachte uitkeringen en het rendement; het gaat immers om miljoenenbedragen en een verschuiving van veel geld tussen deelnemers. We hopen op meer duidelijkheid over de gevolgen van het oorspronkelijke besluit in 2004/2005, de stand van zaken en de verwachting voor de komende jaren (zie hier onze concrete vragen). Het Bestuur heeft toegezegd dit inzicht schriftelijk te geven. De informatie is ons toegezegd voor het eerste kwartaal van 2018. Wij verbazen ons erover dat dit zo lang moet duren en we tot op heden niet al meer duidelijkheid over VPL hebben gekregen. Zouden er echt de laatste jaren geen analyses door het ABP bestuur en/of sociale partners in de ABP Pensioenkamer zijn gemaakt cq. eenvoudig voor handen zijn om te delen met leden van het Verantwoordingsorgaan (VO)? Zodra de informatie met het VO is gedeeld, hopen we dat ABP spoedig werk gaat maken van het open en eerlijk communiceren over deze regeling naar alle deelnemers. LvOP blijft zich daar hard voor maken!