Al gezien op nu.nl? Volgend jaar gaat je pensioenpremie 2 procent omlaag, en wordt er niet geïndexeerd. Dat heeft het bestuur van ABP gisteren naar buiten gebracht. In de trein zat ik naast iemand die het op internet al had gelezen. Ze vroeg aan haar medereiziger: ‘Interessant, maar wat betekent dit eigenlijk en waarom geen 1%, 3% of tóch indexeren?’ En dát is precies wat wij in het Verantwoordingsorgaan met het Bestuur van ABP mochten bespreken.
Enkele uren voor ABP de nieuwe premie bekend maakte, zaten wij vanuit het Verantwoordingsorgaan met het ABP-bestuur om tafel om te spreken over alle veranderingen. Vanaf komend jaar ga je fors minder pensioen opbouwen. Het nabestaandenpensioen wordt juist groter. Omdat de levensverwachting toeneemt en de deelnemers bij ABP steeds ouder worden, gaat de premie omhoog. Maar de herstelpremie (de crisisheffing van 3 procent) verdwijnt juist. En alles bij elkaar komt ABP op een 2 procent lagere premie dan nu.
Voordat het bestuur deze besluiten naar buiten bracht, moest het (zo zijn de procedures) onze vragen hierover beantwoorden en ons advies ter overweging meenemen. Wat voor ons cruciaal was, was transparantie over het effect in al deze veranderingen voor de verschillende groepen deelnemers.
Alleen dan kunnen we immers beoordelen of het geheel eerlijk uitpakt voor al die groepen: werkenden en gepensioneerden – jonge werknemers en werknemers vlak voor hun pensioen. Maar tot onze grote verbazing heeft het ABP hierover helemaal geen cijfers. Er is geen enkele kwantitatieve onderbouwing gemaakt die aangeeft hoe de maatregelen uitpakken voor de verschillende groepen.
Voor veel mensen is hun pensioen – naast hun eigen huis – hun belangrijkste financiële bezit. Mensen betalen bovendien elk jaar veel geld aan hun pensioenfonds; een premie van 21,6 procent om precies te zijn, geld dat zij anders als salaris hadden kunnen krijgen. De beslissingen van het bestuur over de premie en de indexatie hebben dus grote gevolgen. Het minste dat je dan mag verwachten, is dat het bestuur alles in het werk stelt om de gevolgen van die beslissingen zo goed mogelijk in kaart te brengen. En toch blijkt het ABP, één van de grootste fondsen van de wereld, hier louter een kwalitatieve afweging te maken, er komt geen enkel getal op tafel.
Nu hoeft dat geen probleem te zijn; je kunt aan de keukentafel best discussiëren of belastingen in Nederland rechtvaardig zijn voor alle groepen (of voor jezelf) zonder over een enkele berekening te beschikken. Maar persoonlijk zie ik toch graag dat er, op de plekken waar besluiten worden genomen, ook een grondigere analyse en een gedegen berekening in de overweging worden meegenomen. Dat wil niet zeggen dat uit de cijfers automatisch naar voren komt welk besluit je moet nemen, maar het maakt wel duidelijker waar je nu eigenlijk over spreekt.
Om die reden heeft onze fractie gisteren tegen de premie- en indexatienota gestemd. We zeggen daarmee niet dat het besluit van het bestuur onevenwichtig is. Wat we wel zeggen is dat zowel wij, als het bestuur, helemaal niet kunnen weten of het besluit evenwichtig is of niet. Hopelijk komt het bestuur volgend jaar wél met cijfers ter onderbouwing van hun besluit. Daar kijken we naar uit!